Voor broeken moeten naast de heupwijdte en de taillewijdte ook de zijlengte van de broek, de binnenbeenlengte, de zithoogte en de wijdte van het bovenbeen opgenomen worden.
Belangrijk: deze extra lichaamsmaten staan niet in de tabel. Voor controle van deze lichaamsmaten moeten de patroondelen wel gemeten worden. Houd er rekening mee dat de maat voor de wijdte van het bovenbeen bij het patroondeel extra wijdte heeft. Dit geldt ook voor de zithoogte. Een smalle broek is in het kruid korter dan een bandplooibroek.
- Taillewijdte: in de taille om het band.
- Heupwijdte: over het dikste deel van de billen.
- Zijlengte broek: vanaf de onderkant van het stevige band om de taille tot aan de enkel.
- Binnenbeenlengte: binnenkant van het been vanaf het kruis tot de enkel.
- Wijdte bovenbeen: over het dikste deel van het bovenbeen.
Zithoogte: vanaf de onderrand van het stevig band tot het zitvlak (rechtop zitten).
Hoe neem jij jouw broekmaten op? Laat het weten in de reacties 😀
Bron: Reinl, S. (Red.). (2008 oktober). Broekmaten. Easy Fashion, 2008, Blz. 42.